Geen arts die een collega stigmatiseert, discrimineert of intimideert?
Artsen zijn en blijven mensen, waarbij ook onder hen een aantal collega’s zijn die eigenaardig gedrag vertonen. Dit vormt geen probleem wanneer zo’n arts een deskundigheid tentoonspreidt waar teamgenoten respect voor hebben en zich openstellen om van deze arts te willen leren. Het gaat pas echt mis als artsen gebukt gaan onder een verdeel en heers cultuur. Dit geeft spanningen, vooral wanneer het onderlinge vertrouwen geschaad is.
Wat ik zie is dat er een patroon ontstaat die zich op scholen, in woonwijken en zelfs in woonzorginstellingen onder ouderen manifesteert. Hiërarchische macht heeft een bepaalde rol en wordt dan bewust en onbewust uitgespeeld in de onderlinge communicatie en bevoegdheden.
Ik weet dat ik me op glad ijs begeef en dat er altijd artsen zijn die dit ten stelligste zullen ontkennen, maar ik krijg artsen bij me die hieronder lijden. Ik heb het niet over de rolpatronen volgens Belbin of DISC of de hiërarchische rollen in een team vanuit je professie. Nee, ik heb het over de rollen in interpersoonlijke relaties waar je je hele leven onder gebukt kan gaan en die bijna als ‘gewoon’ ervaren worden.
Rolpatronen
De rollen van de populaire, de treiteraar, de pispaal, de clown, de zorgzame, de meeloper, de angsthaas, de alleskunner, de nerd, de tiran, de zwarte, de rooie, de manke, de dove en zo zijn er nog vele benamingen die de groepsdynamica binnen de artsenpopulatie beïnvloeden. Degenen die hier geen last van hebben zullen dit glashard ontkennen, alleen de praktijk wijst anders uit. Rolpatronen binnen groepen op alle niveaus is een voortdurend schaakspel tussen superieure en inferieure rollen in de samenleving die idem dito onder artsen heerst en zich zowel openlijk als in het geniep afspelen.
Over deze vorm van stigmatisering, discriminatie en intimidatie wordt amper geschreven in de literatuur voor artsen, maar vormen in de 1 op 1 gesprekken wel 50 % van de pijnpunten die besproken worden. Onderzoeksjournalisten weiden hier zo nu en dan wel aandacht aan, maar relatief snel ebt de daadwerkelijke aandacht voor deze onderwerpen weer weg. Juist omdat het wel 50% van de pijnpunten betreft in een 1 op 1 gesprek met een externe coach is het belangrijk om volop aandacht te besteden aan stigmatisering, discriminatie en intimidatie tussen artsen, coassistenten en supervisoren onderling. Het bestaan hiervan behoort niet ontkend te worden, omdat alle artsen beloofd hebben de geneeskunst zo goed mogelijk uit te oefenen. Die belofte kan onmogelijk gewaarborgd worden wanneer uitsluiting het persoonlijk functioneren en goede patiëntenzorg negatief infecteert.
Respectloos
Een medisch specialist (49) van Surinaams-Hindoestaanse afkomst, is 29 jaar geleden naar Nederland verhuisd, omdat ze in Nederland geneeskunde ging studeren. Tijdens haar coschappen heeft ze te maken gekregen met een professor die liet blijken niet blij te zijn met haar aanwezigheid. Hij noemde haar ‘die donkere’ en maakte het haar extra moeilijk haar coschap te behalen. Hij plaatste respectloze ‘zogenaamde’ grapjes, maakte haar openlijk belachelijk of negeerde haar. Hij gaf haar de meest onaantrekkelijke dienstroosters en onthield haar bewust van geneeskundige kennis. Hij nam haar niet serieus en passeerde haar als er zich bijzondere cases voordeden. Daarbij kwam dat hij regelmatig seksistische of discriminerende opmerkingen plaatste.
Zijn gedrag moedigde haar juist nog meer aan om zich te bewijzen. Ze liet zich niet intimideren en is een zeer gewaardeerde specialist geworden. Nu, jaren later, heeft ze weer te maken met een toxische werkomgeving en herbeleeft ze de ervaringen van destijds opnieuw, alleen deze keer wordt haar functioneren en gezondheid hierdoor ernstig beïnvloed. Ze wil weg, maar is bang elders weer in zo’n zelfde situatie vast te lopen.
Deze specialist is single en heeft geen partner en geen kinderen.
Ze heeft zich ontwikkeld tot een harde werker, een perfectionist die vanuit ambitie en de liefde voor het vak een goede dokter wil zijn. Tot het haar allemaal te veel werd en ze lichamelijk klachten kreeg. Hartkloppingen, hoge bloeddruk, hyperventilatie en uitslag in haar gezicht. Medisch aantoonbare oorzaken werden niet gevonden.
Ze ging voorbij aan haar persoonlijke levensbehoeften
Ze bleek grenzeloos in haar aandacht voor het welbevinden van patiënten en ging voorbij aan haar persoonlijke levensbehoeften.
Tijdens de coaching, komt ze erachter dat de impact van de intimidatie en vernederingen haar toch niet ongedeerd hebben gelaten. Haar is duidelijk geworden dat de ervaring uit haar werkverleden haar persoonlijke ontwikkeling, daadkracht en zelfrespect flink beschadigd hebben. Ondanks dat ze bekend stond om haar pit, opgewektheid en volharding.
Doelen met haar waren haar inzicht geven in:
- De onbewuste impact van haar ervaring tijdens haar coschappen.
- De opbrengsten van haar vastberadenheid zichzelf nooit klein te laten maken.
- Welke mate de overtuiging van alles alleen te moeten doen oplossingsgericht denken stagneert en je mentale en fysieke gezondheid ondermijnt.
- Ombuigtechnieken en strategieën die haar levenskracht bevorderen.
Zelf wist ze dat de oorzaken meer gezocht moesten worden in de onderlinge gespannen verhoudingen binnen de vakgroep. Ze merkte dat de hele sfeer haar lichamelijke en mentale weerstand brak. In ons eerste gesprek gaf ze ruiterlijk toe dat ze niet begreep wat haar nu overkwam en dat haar grote vraag was: hoe kom ik hieruit, hoe ga ik weer meer mezelf zijn.
Ze zei: Ik ben mezelf kwijt…
De situatie analyseren
Met deze vaststelling openden zij een deur naar een deel in zichzelf die ze verwaarloosd had vanuit een aangeleerde hardheid voor haar eigen kwetsbaarheid. Zij was perfect in staat de situatie te analyseren. Het ontbrak haar alleen aan skills om de constante fysieke en mentale vermoeidheid om te buigen naar een gezond stressniveau. Duidelijk was dat alle strategieën die haar tot nu toe gediend hadden, hun werking verloren waren.
Dit inzicht is nodig geweest om veranderingen in te zetten. Veranderingen die resulteerden in het hervinden van haar levenskracht en haar mentaal bevrijdde van een werkgerelateerd trauma.
Het paradoxale is dat in een verdeel en heers cultuur vele medisch specialisten rondlopen die gebukt gaan onder intimiderend gedrag van een collega, professor, supervisor of vakgroep voorzitter. Intimiderend gedrag is ergens ontstaan. Bijvoorbeeld vanuit macht, frustratie, pestgedrag, mishandeling. Het heeft meestal te maken met de behoefte aan superioriteitsgevoel. Want veelvuldig blijkt dat geen enkele arts die goed in zijn vel zit het nodig heeft om stigmatiserend, discriminerend of intimiderend gedrag te vertonen.
Dit houdt in dat zowel voor artsen die gebukt gaan onder het gedrag dat voortvloeit uit intimidatie, discriminatie of stigmatisatie als voor artsen die dit gedrag vertonen dat geen van beiden hier jaren onder hoeven te lijden. Beiden hervinden snel hun levenskracht wanneer zij stoppen zichzelf te overtuigen dat hulp vragen een teken van ‘zwakte’ is en dat ze dit alleen moeten kunnen oplossen.
Wil je ontdekken hoe ik je kan helpen?
Ik informeer je hier graag over. Laat je gegevens achter en ik neem contact met je op.